Welk vermogen pelletkachel heb ik nodig?
U kunt op eenvoudige wijze het vermogen bepalen van
de pelletkachel dat u nodig heeft om de gewenste
ruimte te verwarmen. In de grafiek hieronder ziet u het
vermogen uitgedrukt in kilowatt (kW). De te verwarmen
ruimte wordt uitgedrukt in kubieke meters (m3). Het
aantal kubieke meters bepaalt u door de lengte, breedte
en hoogte van de ruimte met elkaar te vermenigvuldigen.
Op het snijpunt van één van de drie lijnen kunt u
vervolgens het benodigde vermogen aflezen. Welke van de
drie lijnen u moet kiezen, hangt af van de mate waarin
uw woning is geïsoleerd.
Lijn A geldt voor een goed geïsoleerde woning. De
woning is voorzien van dubbele beglazing, muurisolatie
en vloerisolatie.
Lijn B geldt voor een redelijk geïsoleerde woning. De
woning is minimaal voorzien van dubbele beglazing.
Lijn C geldt voor een slecht geïsoleerde woning. De
woning heeft geen van de hierboven genoemde vormen van
isolatie.
Let op!
Er zijn echter ook nog bepaalde factoren waardoor het
warmteverlies in de woning vergroot wordt. Denkt u maar
eens aan een open keuken of een open trap. Hierdoor gaat
veel warmte verloren. Dit warmteverlies kan worden
opgevangen door in dergelijke situaties een kachel met een groter vermogen te kiezen.
Welke rookgasafvoer heb ik nodig?
De basisregels zijn als volgt:
- pijpen lopen door geisoleerde ruimtes: enkelwandig.
- pijpen lopen door ongeisoleerde ruimtes of buiten:
dubbelwandig geisoleerd.
- materiaal: geëmailleerd staal of RVS - geen aluminium.
Met pakkingen t.b.v. luchtdichtheid.
- probeer minimaal zo'n 150 cm verticaal omhoog te gaan
met je pijp.
- voorzie een condensvanger onderaan het verticale stuk.
- ga niet meer dan twee meter vlak horizontaal.
- als je over een langer stuk min of meer horizontaal
moet gaan: laat de pijp stijgen met een hellingshoek van
minimaal 3gr.
- probeer teveel bochten te vermijden, gebruik waar
mogelijk 2x 45gr i.p.v. 1x 90gr.
- werk een horizontaal eindigende pijp (meestal
muurdoorvoer van binnen geplaatst pijpenwerk) af met een
roosterkap.
- werk een verticaal eindigende pijp (meestal
dakdoorvoer of pijpenwerk buiten) af met een regenkap ("chinese
hoed") of - nog beter - een anti-valwindkap ("tonkap").
- houdt rekening met het feit dat je de pijpen
regelmatig moet kunnen schoonmaken.
- bij doervoeren door brandbare of temperatuurgevoelige
materialen: gebruik dubbelwandige doorvoeren.
Zie de afbeelding hiernaast voor een minimale goed werkende rookgasafvoer (setprijs €199,-).
Onderhoud
Dagelijks-wekelijks (afhankelijk van mate van gebruik en
pelleteigenschappen)
- Verwijder de brandkorf en maak schoon.
- Maak de aslade leeg.
- Stofzuig de branderruimte en de ruimte waarin de aslade zit.
- Maak het ruitje schoon.
- Controleer de condensvanger en maak evt. leeg.
Jaarlijks (of na 900 branduren)
- Volg de bovenstaande aanwijzingen voor het reguliere
onderhoud.
- Maak de schouw of rookgasafvoerbuizen schoon of laat dit doen.
- Schakel de pelletkachel helemaal uit of verwijder het netsnoer.
- Verwijder het vlamschild bovenin de branderruimte
- Spuit de inbusschroeven in de branderruimte in met kruipolie en laat voldoende inwerken.
- Draai de inbusschroeven los en verwijder alle losse panelen/onderdelen in de branderruimte. Borstel deze schoon.
- Verwijder de zijpanelen en spuit de inbusschroeven van de inspectieluikjes en het deksel van het rookgasventilatorhuis in met kruipolie. Laat inwerken.
- Verwijder de inspectieluikjes (voorzichtig, dan kun je de pakkingen hergebruiken).
- Verwijder het deksel van het rookgasventilatorhuis, leg dit deksel - met daarin de ventilator - voorzichtig neer. Borstel de bladen van de rookgasventilator schoon.
- Maak via de inspectieluikjes de interne kanalen schoon met een flexibele borstel. Eventueel ook vanuit de branderruime.
- Borstel en stofzuig de branderruimte en het rookgasventilatorhuis goed schoon.
- Schroef alles weer in elkaar. Gebruik evt. nieuwe pakkingen en inbusschroeven.
- Controleer of het slangetje van de druksensor goed schoon is - maak eventueel los en maak schoon.
- Vervang evt. preventief de bussen waarin de wormschroef draait.
- Controleer of alle bedrading weer goed aangesloten en aangedrukt zit.
- Controleer of de flatcable van het bedieningspaneel naar de processorunit niet broos geworden is. Vervang eventueel preventief.
- Zet de zijpanelen weer terug.
- Start en test de kachel.
